Spontane vroeggeboorteBacteriële vaginose en spontane vroeggeboorte

Resultaten

Bacteriële vaginose (BV) is een dysbiose die resulteert in een verstoring van het evenwicht van de vaginale flora ten gunste van een toename van anaerobe bacteriën en gelijktijdig een verdwijning van de lactobacillen die als beschermend worden beschouwd. De diagnose is gebaseerd op de klinische criteria van Amsel en/of een Gram-kleuring met bepaling van de Nugent-score. De prevalentie van BV varieert buitengewoon naar gelang van de etnische en/of geografische oorsprong (4-58%); in Frankrijk ligt zij rond 7% in het eerste trimester van de zwangerschap (NP2). Het verband tussen VB en spontane vroeggeboorte is zwak met odds ratio’s tussen 1,5 en 2 in de meest recente studies (NP3). Metronidazol of clindamycine zijn doeltreffend bij de behandeling van BV (NP3). Het wordt aanbevolen een van deze antibiotica voor te schrijven voor symptomatische BV (professionele overeenkomst). Screening gecombineerd met behandeling van VB in de populatie heeft geen voordeel aangetoond in het voorkomen van het risico van spontane vroeggeboorte (NP2). Voor de asymptomatische laagrisicopopulatie (gedefinieerd als geen voorgeschiedenis van vroeggeboorte) is niet aangetoond dat screening en behandeling van VB gunstig zijn voor het voorkomen van het risico van spontane vroeggeboorte (NP1). In de populatie met een hoog risico (gedefinieerd door een voorgeschiedenis van vroeggeboorte) is er geen aangetoond voordeel van screening en behandeling van VB wat betreft het voorkomen van het risico van spontane vroeggeboorte (NP3). In de subpopulatie van patiënten met een voorgeschiedenis van vroeggeboorte in de context van een bacteriële infectie van de moeder en de foetus, kan een vroegtijdige en routinematige screening en behandeling van een eventuele infectie van de onderste genitaliën, en in het bijzonder van de BV, echter een voordeel zijn (beroepsovereenkomst).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.